“Dat staat toch in de Raadsrapportage?” zei ik heel blond.
Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Dat tegeltje hing bij mijn oma in de wc. Een bruine met witte letters. Spuuglelijk vond ik het, maar wel waar. Tenminste, dat is mijn mening.
Zo ging ik ooit voor een kennismakingsgesprek naar ouders toe. Voor het kennismakingsgesprek heb ik eigenlijk als enige informatie de rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming. Deze heb ik dan doorgelezen en vaak heb ik naar aanleiding van die rapportage nog wel enige vragen. Zo ook deze keer.
Graag neem ik in het eerste gesprek ook de tijd en de ruimte om kennis te maken, te horen hoe men het raadsonderzoek heeft ervaren en wat ertoe heeft geleid dat er uiteindelijk een ondertoezichtstelling is gekomen. Veel van mijn vragen zijn wel beantwoord, maar in dit geval bleef er één vraag onbeantwoord. Die stel ik dan alsnog.
“Hoe zit het met het blowgedrag van jullie zoon?”
Beide ouders vielen helemaal stil. Ik kon de klok in de keuken horen tikken. Vader liep rood aan, moeder trok wit weg. Ik keek ze aan en liet mijn vraag even dalen. Tik, tak, tik, tak. Seconden tikten voorbij totdat vader ontplofte. “Blowen? Blowen!”, schreeuwde hij. “Blowen!?!? Waar heb je die informatie vandaan?”
“Eh,” schutterde ik, “dat staat toch in de Raadsrapportage?”
Niet dus. Of eigenlijk wel, maar niet in die van dit gezin. Het stond in de rapportage van het gezin dat ik tegelijkertijd aan het opstarten was. Kind even oud, ouders bij elkaar, veel overeenkomsten. Al snel kwam het besef. Ik had twee zaken door elkaar gehaald!
In gedachten was daar weer het lelijke tegeltje van mijn oma. Met het schaamrood op de kaken en klotsende oksels heb ik het raadsrapport erbij gepakt en mijn excuses gemaakt. Daar, op dat moment, sprak ik met mezelf af: ik start nooit meer twee zaken tegelijk op! Sindsdien is het mij gelukkig ook niet meer overkomen.
Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Blijken jeugdbeschermers toch ineens ook maar gewoon mensen te zijn.