De stoep staat vol met mensen. Vooral buren. Maar ook politie. Ik denk wel acht man. Allemaal voor jou, een jongen van vijftien jaar. Want de situatie is inmiddels zo geëscaleerd, dat het thuis niet meer veilig is. Niet voor jou, maar ook niet voor je omgeving. Dus heeft de kinderrechter besloten dat je per direct uit huis moet. Daarom sta ik hier, ik ben vanaf vandaag jouw Jeugd- en Gezinsbeschermer.
Ik ken je nog niet. Gisteren werd ik gebeld door een medewerker van Veilig Thuis. Iedereen maakt zich ernstige zorgen over je. Zowel jouw hulpverlener als anderen uit je omgeving. Je hebt je vader al een aantal keren zo ernstig bedreigd, dat hij zichzelf uit angst opsluit op zolder. Je gaat niet naar school en hebt contact met mensen die niet goed voor je zijn. Ze maken misbruik van je en laten je drugs vervoeren. Het vermoeden is dat je ook drugs gebruikt en je bent al een aantal keer opgepakt door de politie.
Het werd alleen maar onveiliger
Er is al van alles geprobeerd: je hebt even bij familie gewoond en ook op een open groep. Dan bleef je nachten weg en wist niemand waar je precies was. Als je dan terugkwam, was je onder invloed van alcohol of drugs. Je kwam zelfs een keer onder de blauwe plekken en schaafwonden terug. Al deze oplossingen brachten je dus alleen maar meer in onveiligheid. Daarom heeft de kinderrechter besloten dat je naar een JeugdzorgPlus instelling moet. Een gesloten setting. En vanwege je agressieve gedrag is de politie hier om jou daarheen te brengen. Nog niet zo lang geleden heb je een agent fysiek aangevallen. Vandaar dat ze nu met zoveel zijn. De buren zijn nieuwsgierig en proberen alles zo goed mogelijk te zien en horen. Ik vind het walgelijk. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg is voor jou.
De tranen schieten in mijn ogen
Ik ken je helemaal nog niet. En geloof mij; ook voor mij is dit niet de ideale omstandigheid om je te leren kennen. Beter gezegd; vreselijk vind ik het.
We komen binnen en de politie neemt je uiteindelijk mee. Als het busje de hoek om rijdt, hoor ik je nog gillen en schreeuwen. De tranen schieten in mijn ogen. Dat heb ik niet vaak. Mijn man zegt wel eens gekscherend dat ik een ‘zwart hart’ heb, omdat het mij vaak lukt om mijn emotie uit te schakelen als iets moeilijk is. Kun je nagaan.
Je hebt zo hard gewerkt
En nu zitten we hier. Samen aan de lunch. Jij wordt over een paar maanden 18 jaar en ik vind het niet nodig om de ondertoezichtstelling nog te verlengen tot aan je 18e verjaardag. Dat heb je helemaal aan jezelf te danken. We praten over de afgelopen drie jaar. Je vond mij in het begin een bitch, want wie was ik nou om te besluiten dat je in de gesloten jeugdzorg hoorde? Je hebt de afgelopen jaren zo hard gewerkt om te zijn waar je nu bent. Dat ging met up’s and down’s, maar je bleef knokken. Het contact met je vader blijft lastig voor jou. Hij heeft zijn eigen problemen. Daardoor is er soms contact en soms niet. Hij zegt steeds hardop dat hij geen vertrouwen in je heeft, terwijl je het zo goed doet.
Nu woon je op kamers
Je ging van de gesloten jeugdzorg naar een open behandelgroep. Je vond het soms lastig om met die vrijheid om te gaan. Dan liep je weg of werd je betrapt met drugs. Je wilde heel graag zelfstandig wonen, want bij je vader ging niet meer, en dit wilden jullie ook allebei niet meer. Om je hierop voor te bereiden, kwam je op een groep. Dit ging soms goed en soms niet. Maar ik vertrouwde erop dat je op je pootjes terecht zou komen. En nu woon je op kamers en dat gaat goed.
Je kon weinig rekenen op de mensen om je heen. Mensen waar je, mijns inziens, meer van had mogen verwachten. Dat had ik je zo gegund. Maar you made it! En ik ben zo ontzettend trots op je. Jij komt er wel. En ik hoop stiekem dat ik daar nog af en toe een glimp van mag opvangen.