Daar lig je dan in bed, na te denken over de werkdag. Allerlei situaties en gedachtes passeren, zo ook de woorden van deze moeder; harteloze gezinsvoogden. Op het moment dat ik daar bewust bij stil sta, komt dit binnen en raakt het mij. Ik harteloos?
Blijkbaar was ik niet de enige; toevallig kaart mijn collega, die ook betrokken is bij deze zaak, het de volgende dag aan tijdens ons gesprek. Wij staan samen stil bij deze uitspraak. Het is niet de eerste keer dat een ouder zich uitlaat over ons of over mij als persoon. Het verschil is alleen dat ik na bijna 3 jaar van mezelf had verwacht dat het mij persoonlijk minder zou raken. Dat ik inmiddels een olifantenhuid zou hebben opgebouwd of dat ik dit van mij af kon laten glijden. Oftewel, dat ik inmiddels wel een harteloze jeugd- en gezinsbeschermer zou zijn. Gewoon regie voeren, hulpverlening inzetten, de nodige besluiten nemen en daarna zit de werkdag er weer op en gaan wij vrolijk weer naar huis. Het is toch maar werk?
Tranen
En dan is daar toch de realiteit voor mij als jeugd- en gezinsbeschermer. In de nacht wakker worden en niet meer kunnen slapen, omdat ik mijzelf afvraag of ik het juiste heb gedaan in die ene situatie. Hoe zou het mogelijk nog anders kunnen? Maak ik wel het juiste besluit? Etcetera. Tijdens de vakantie toch digitaal aanwezig zijn bij die ene evaluatie, omdat het al zo lastig was om een evaluatie te plannen met alle agenda's van de betrokkenen. Een zaak die met spoed is aangemeld; een baby van een paar weken oud die al is mishandeld. Je pakt het op, gaat ermee aan de slag en doet die dag wat nodig is. Eenmaal thuis komen de tranen van boosheid, onmacht en frustratie. Een kind dat nog maar net ter wereld is en die dit nu al heeft meegemaakt. Je gunt hem zoveel anders, zoveel meer.
Harteloos? Wat zou ik dat af en toe graag willen. Het verdriet, de boosheid, de onmacht die dit werk soms met zich meebrengt niet meer voelen.
Maar uiteindelijk ben ik toch gewoon een jeugdbeschermer met hart voor de zaak. Met passie voor mijn werk en de kinderen die mij nodig hebben. Het is toch maar werk? Nee. Niet voor mij.